van automatisch naar handmatig fotograferen in 6 stappen

Bezit je een spiegelreflexcamera en fotografeer je daarmee altijd in de automatische stand?
Daar is op zich niets mis mee als je er zelf tevreden mee bent. 9 van de 10 keer maakt je camera ook mooie foto’s met de juiste belichting.
Soms echter zit je camera er met de belichting helemaal naast en is je foto te donker of te licht. Daarnaast heb je geen invloed op je flitser dus loop je kans dat je camera flitst terwijl je dat helemaal niet van plan was, of hij flitst niet terwijl je dat liever wel had gehad.
Wil je je camera beter leren kennen, wil je invloed kunnen uitoefenen op de verschillende instellingen van je camera, dan is deze blog (en de blogs van de komende weken) wat voor jou!
In 6 stappen leid ik je door je camera heen, zodat je over een aantal weken helemaal handmatig kunt fotograferen en de instellingen zelf helemaal naar je hand kunt zetten. Vandaag is stap één!

Om te beginnen gaan we in deze eerste “les” de camera van de automatische stand afzetten. Bovenop je camera zit een wieltje met daarop een aantal letteraanduidingen zoals P, A (bij Nikon en Av bij Canon), S (bij Nikon en Tv bij Canon) en M. Daarnaast zitten er nog een aantal scene aanduidingen op, vaak in de vorm van een klein tekeningetje (voor landschap, sportstand, portretstand), maar deze gebruiken we voorlopig niet.
Draai het wieltje van de automatische stand af (vaak staat er in het groen “auto”) en draai hem naar de P.

De P-stand  staat voor Program en is ook een automatische stand, waarbij de camera nog steeds alles automatisch instelt. In de P-stand kan je echter ook zelf de sluitertijd en het diafragma instellen als je dat zou willen. Dat gaan we nu nog niet doen. Eerst moeten we begrijpen wat sluitertijd en diafragma te maken hebben met de belichting. Dat komt op een later moment aan de orde. Je kunt in deze stand ook de flits aan of uit zetten.Wat wij echter eerst in de  P-stand zelf gaan instellen, is de witbalans.

Witbalans
Wat doet de witbalans?
Je hebt misschien wel eens meegemaakt dat een foto die je binnen genomen hebt, een hele gele gloed kreeg, waarbij zelfs het wit helemaal gelig geworden was. Dit heeft te maken met de kleurtemperatuur van de lichtbron die je gebruikt hebt. Zo heeft daglicht een andere kleurtemperatuur dan het licht afkomstig van een gloeilamp.
Zelf zien we dat niet zo, omdat onze hersenen de verschillende kleurtinten kunnen compenseren. Wij weten dat een papier wit is en daarom zien we het ook als wit. Je camera kan dit niet, die toont de lichtkleur zoals hij is. Gloeilamplicht is bijvoorbeeld meer rood en geel, vandaar dat er over je foto (als je die binnen genomen hebt, zonder flits) een rood/gele zweem ligt. In de schaduw is het licht meer blauw van kleur.

Je zult dus zelf aan je camera moeten vertellen wat wit is of wat wit moet zijn. Hoe gaan we dat doen?
Dat doen we met de witbalans instellingen in onze camera en daar ga ik gelijk een opdrachtje aan koppelen.

Met de witbalans stand in je camera kun je de kleuren compenseren.
Ga in het menu van je camera naar de witbalans.

Als je deze selecteert kan je in het volgende menu kiezen uit een aantal standen zoals bewolkt, gloeilamplicht enz.

Gebruik de komende week eens om te spelen met de verschillende standen van de witbalans.
Laat de camera met het wieltje op de P-stand staan, kies een mooie buitensituatie overdag en maak meerdere keren dezelfde foto met verschillende witbalansen.

Kies vervolgens ook een binnensituatie ’s avonds met een lamp aan en maak ook met verschillende witbalansen dezelfde foto. (zie de zonnebloemenfoto’s)

Ik ben benieuwd naar jullie resultaten. Als je het leuk vindt, deel je foto’s dan met ons in een reactie onder deze blog of op mijn facebookpagina: https://www.facebook.com/renateoskamfoto

Weet je iemand die ook wat zou kunnen hebben aan deze blog, deel het dan gerust!

Volgende week maandag gaan we weer een stapje verder met onze camera.